Vrouwen kunnen niet zeilen. Ik probeer het toch. Klinkt bekend…
Of ik een boekrecensie wil schrijven? Ja best. Ik googel ‘boekrecensie schrijven’. “Een kritische bespreking van een boek. Onderbouwd en zonder te veel te verklappen”.
Dus. Stap 1: Het boek lezen. Check. Stap 2: Verklap niet teveel. Jammer. Stap 3: Onderbouw, verdiep en wees origineel. Nu wordt het wel serieus. Stap 4: Wees beknopt. Au. Stap 5: Laat maar zitten die recensie. Ik noem het gewoon een blog; veel makkelijker! Gemak dient de mens, toch?
Als serieuze (zeil)schrijverblogger neem ik deze taak natuurlijk niet licht op. Het woord kritisch blijft hangen. Kritisch. Maar Wieke van Oordt is een erkende schrijfster. Hoe kan ik als beginneling in hemeltjesnaam een kritische noot over haar schrijven? Al zou ik willen, ik zou het niet durven.
Angsthaas.
Angst, daar schrijft Wieke het een en ander over in haar boek… Shit, niet te veel verklappen. Wat kan ik dan schrijven? Ping. Ik krijg een whatsappje van een bevriend zeiler of ik komend weekend wil opstappen om zijn zeilboot naar de winterstalling te varen. Opstappen… doet Wieke ook. Concentratie nu! Dit is een serieus schrijfsel.
Objectief en kritisch dus. Moet ik gewoon alles durven zeggen? Gedurfd hoor. Na vele omzeilingen in haar leven besluit Wieke zeilles te nemen. Ze gaat zelf achter het roer zitten en neemt de lezer mee op haar ontdekkingstocht van de toch wel eigenaardige zeilwereld. De titel roept direct een gevoel bij me op: Vrouwen kunnen (niet) zeilen. Moet ik me nu aangesproken voelen of aangemoedigd? Het antwoord is allebei. Het boek ligt eigenlijk voor de hand. Het heeft geen rogue-wavehoge literaire ambities en de observaties zijn, hoewel scherp, vaak best flauw. Gekarikaturiseerd. Juist dat maakt het boek goed. Wieke observeert de zeilwereld als toegewijde leek. Dat maakt dat ze dingen ziet die ik als zeiler niet meer zie. Ze hoort niet alleen, maar ze luistert ook. Soms begrijpt ze het, vaak niet. En dat maakt haar observaties oprecht en hilarisch!
Veel vrouwen, ik ben er een van, zullen zich kunnen identificeren met de Wieke in het begin van het boek. De Wieke die bij de eerste de beste windvlaag denkt dat de boot met man en muis zal vergaan. Kopje onder. Om nooit meer boven te komen. Wieke zet angst om in vastberadenheid. En daar gaat het boek om als je het mij vraagt. Hoe ze angst overwint, doorzet, buiten haar comfortzone stapt, openminded, niet opgeeft, wel overgeeft, nóg een stap verdergaat, en nog een, en nog een. En dan uiteindelijk erachter komt dat zoiets onlogisch als een mens op zee heel bevrijdend is. En koud en nat en dat je maag je haat, maar je toch helemaal opgaat in die wereld; het zeilen.
Ze beschrijft precies wat zeilen zo mooi maakt. Zonder het te proberen te omschrijven.
Een van de mooiste observaties in het boek is het moment waarop Wieke zich afvraagt of ze een zeiler is. Ze beseft dat ze eruit moet zien als een echte zeiler. Achter het roer van een zeegaand jacht, door weer en wind, totally in control. Ja, ze is een zeiler. Bestemming bereikt?
Zouden meer vrouwen moeten doen. Dat wel. En is dat misschien dan ook de moraal van het verhaal?
Zou ik durven op de knop ‘publiceren’ te drukken? Mijn eerste blogboekrecensie…
Geef een reactie