Voor het afnemen van een interview ben je bij mij aan het juiste adres! Voor Good Habitz interviewde ik Joos van Barneveld, voormalig profvoetballer, maar inmiddels internationaal geroemd om zijn street art onder pseudoniem DOES. Mijn vragen ontluiken een uniek gesprek met de kunstenaar over zijn dubbeltalent. Een open gesprek over hoogte- en dieptepunten, maar vooral inspirerend om zijn uitspraken over drive en discipline. Lees het hele interview hieronder!
Joos van Barneveld alias DOES over talent: Een kleurrijke combinatie van voetbal en street art
Joos van Barneveld (36) is voormalig profvoetballer. Hij speelde in de hoogste divisie bij Fortuna Sittard totdat een blessure een einde aan zijn carrière maakte. In een tweede leven is hij beter bekend als DOES; een internationaal erkende multidisciplinaire artiest met zijn roots in graffiti. Onlangs vierde hij zijn 20-jarig jubileum als artiest en gaf hij zijn tweede boek uit.
Talent speelt een grote rol in jouw leven. Van profvoetballer tot internationaal erkende artiest. Wat is talent voor jou?
“Talent zit in je natuur. Het begint bij interesse en van daaruit ga je het vormen. In mijn geval zijn dat zowel voetbal als creativiteit. Tijdens de vorming van talent speelt de invloed van je omgeving en van de mensen om je heen een belangrijke rol. Ik heb voetbal met de paplepel ingegoten gekregen. Het EK in ’88, waarin Nederland Europees Kampioen werd, maakte grote indruk op me. Ik kan het me nog zó goed herinneren. De goal van Van Basten staat op mijn netvlies gegrift. Ik was toen zes jaar oud en dacht: misschien kan ik ook profvoetballer worden”.
Hoe kwam je achter je talenten? Hoe ontdekte je ze?
“Door dingen te doen die ik leuk vond. Tekenen was een manier om mezelf te zijn. Dat begon al op jonge leeftijd toen ik ervoer dat mensen afgunst hadden vanwege mijn voetbaltalent. Dat voelde ik als kind direct aan. Van nature werd tekenen voor mij een uitlaatklep. Talent ontdek je ook door waardering van mensen om je heen. Als je een compliment krijgt, of als je iemand raakt met je werk. Vertrouwen krijgen van mensen is super belangrijk”.
Is talent hebben in jouw ervaring genoeg om het verschil te maken?
“Profvoetbal is een harde wereld. De resultaten tellen en de druk is hoog. Ik speelde al vanaf mijn 9e jaar bij een betaalde club. Om me heen zag ik steeds meer jongens afvallen. Ik denk dat mijn doorzettingsvermogen het verschil maakte. Ik gaf niet op en was niet te beroerd om op mijn bek te gaan. Ik bleef trainen, zocht voortdurend mijn grenzen op en verlegde ze. Door te doen wat je leuk vindt, is hard werken een stuk makkelijker. Negatieve emoties houden je tegen in het leven. De discipline en trainingsroutine die ik destijds geleerd heb, maken me nu een betere artiest”.
Wat heb je nodig om je talent te kunnen ontwikkelen?
“Vertrouwen van mijn omgeving is heel belangrijk zodat ik me niet geremd voel in mijn ontwikkeling. In het voetbal speelde de coach daar een rol in. Voor mij was het heel belangrijk om in vertrouwen met mijn coach te kunnen spreken en te weten dat het binnenskamers zou blijven. Dat was helaas niet altijd het geval. Een coach moet ook een heldere visie hebben, duidelijk communiceren richting het team, complimenten geven als je het goed doet en streng zijn wanneer nodig. Iedereen heeft goede punten en mindere kwaliteiten. Door uit te gaan van de goede punten, kom je het verst.
In mijn huidige werk is dat heel anders. Soms is dit werk vrij eenzaam. Als DOES treed ik via social media veel in contact met de buitenwereld; zo zoek ik naar feedback. Een belangrijk aspect is mijn anonimiteit. Het geeft me een fijn gevoel dat mensen niet weten wie ik ben. Dat komt voort uit mijn voetbaltijd waarin ik altijd in de schijnwerpers stond. Ik was helemaal klaar met interviews in het voetbal, echt vreselijk vond ik dat. De anonimiteit geeft me de vrijheid om mijn talent te laten spreken zonder er als persoon op beoordeeld te worden. Als man en vader ben ik Joos. In mijn tweede leven ben ik DOES.
Tenslotte probeer ik de ideale omstandigheden te creëren waarin ik op mijn best ben. Het liefst werk ik in mijn vertrouwde studio dicht bij mijn familie. Natuurlijk is dat onmogelijk als ik een zogenaamde mural maak”.
Hoe ben je erin geslaagd beide talenten naast elkaar te ontplooien?
“Dat vind ik een moeilijke vraag. Als ik terug kijk, kon het één juist niet zonder het ander. Beide werelden hielden elkaar in balans. Zonder graffiti was ik echt doodongelukkig geworden. Mensen onderschatten denk ik wat er bij topsport komt kijken. De lat lag hoog, ik moest elke week presteren en iedereen had een mening over me. Op je 17e is het niet makkelijk om daarmee om te gaan. Ik geloof dat mijn blessures uiteindelijk daar ontstaan zijn; mijn lichaam riep me terug. Graffiti was mijn uitlaatklep. Creatief bezig zijn bracht me veel positieve energie, waarmee ik vervolgens weer het veld op stapte”.
Wat maakt je een goede artiest?
“Ik heb in mijn voetbaltijd geleerd dat je moet blijven herhalen en jezelf moet blijven trainen. Geen enkele actie is hetzelfde. In het voetbal kun je vijf keer een bal schoppen en steeds gaat de bal anders. Door te blijven oefenen, word je steeds beter in het doorzien van techniek en het spel. Deze routine van herhalen pas ik nog steeds toe in mijn huidige werk. Door kleine wijzigingen toe te passen evolueert mijn werk. Een afgerond werk is het begin van het volgende. Zo is ieder object een logisch vervolg op het werk ervoor. Ik zit 20 jaar in het vak en heb recent een boek uitgegeven ter ere van dit jubileum. In het proces van samenstellen van het boek is het me heel duidelijk geworden dat de kracht van mijn werk zit in de langzame ontwikkeling; stap voor stap, weloverwogen constante vooruitgang. Het is een eindeloze zoektocht naar kleuren, vormen en materialen”.
Wat drijft je?
“Ik wil ergens in uitblinken en ik wil graag iets achterlaten op deze wereld voor anderen als herinnering. Nu ik vader ben is die drang sterker dan ooit en wil ik graag iets achterlaten voor mijn kinderen. In het voetbal was dat lastiger. Zeker in een middelmatige club waarmee je geen historie schrijft. Voetbal is heel vluchtig; na de wedstrijd was het even shinen of balen en op maandag ging je weer verder. Nu bereik ik meer mensen en blijft het hangen. Dat is ook de kracht van social media”.
Je hebt vast ook wel eens een dag dat je er geen zin in hebt. Hoe blijf je gemotiveerd?
“Die dagen heb ik niet; ik heb altijd zin om datgene te doen waar ik goed in ben. Ik word juist heel onrustig als ik bijvoorbeeld twee dagen niet gewerkt heb. Als ik met mijn werk bezig ben, raak ik in een flow. Ik zit dan in een bubble en raak helemaal verloren. Dat is júist waar ik wil zijn, dan ben ik als artiest op mijn best. Niet als vader want op die momenten ben ik erg afwezig. Het is moeilijk om de balans te vinden. In het voetbal ervoer ik die flow ook. Soms had ik wedstrijden waarin ik niet nadacht en alles vanzelf ging. Dat kwam helaas niet vaak voor. Nu is het makkelijker om in die flow te komen omdat ik niet, zoals in het voetbal, gestoord word in mijn focus door signalen van buitenaf”.
Heb je een persoonlijk doel waar je naartoe werkt?
“Om eerlijk te zijn ben ik heel benieuwd waar het naartoe gaat. Nieuwe ideeën planten zich als een zaadje in mijn hoofd en ik weet vaak niet hoe het eruit gaat zien. Langzaam werk ik er naartoe. Ik probeer zo weinig mogelijk concessies te doen en mezelf niet te beperken. Door zoveel mogelijk uit mijn comfortzone te komen, bijvoorbeeld tijdens de reizen voor mijn werk, ontwikkel ik me als persoon. En die ontwikkeling zie ik terug op creatief vlak. Ik zie het als een ontwikkeling zonder eind”.
Geef een reactie